Het rijden in een groep (herkenbaar als RBR)

Het is de bedoeling om tijdens evenementen te genieten van het motorrijden. Als de manier van motorrijden binnen een groep echter te ver uiteen loopt, dan levert dat gevaar op voor jezelf, voor de andere deelnemers en voor andere weggebruikers. Om dit gevaar tot een minimum te beperken dienen de onderstaande regels door alle leden en hun partner/introduce te worden nageleefd:

Functionarissen:

• Voorrijder: de voorste rijder van de groep. Hij/zij bepaalt de route en het tempo.
• Wegwijzer: de eerste rijder achter de voorrijder en wordt ‘het baken’ voor de andere deelnemers.
• Opsluiters: de twee opsluiters rijden als laatste twee rijders van de groep. Één opsluiter is/blijft de laatste rijder van de groep, de andere opsluiter is én opsluiter en hij kan assisteren bij calamiteiten (pech, o.i.d.).
  
  

Algemene regels:

• Ieder rijder houdt zich aan alle verkeersregels en is zelf verantwoordelijk voor zijn/haar eigen veiligheid.
• Het rijden in een groep geeft geen voorrangsrechten.
• De groep rijdt altijd in ‘baksteenformatie’.
• Iedereen in de groep blijft op z’n plek, er wordt niet ingehaald of van positie (links of rechts in het wegvak) gewisseld tijdens de rit.
• De voorrijder is voorzien van een geel hesje, de opsluiters dragen een oranje hesje. Tijdens de briefing voorafgaande aan de rit wordt duidelijk aangegeven wie er optreden als voorrijder en opsluiters.

First Man Drop:

• De eerste rijder achter de voorrijder (wegwijzer) zoekt, waar van richting wordt veranderd, zelf een veilige, duidelijke en zichtbare plek op. De wegwijzer geeft hierdoor de richting aan welke de groep moet volgen. Afhankelijk van de verkeerssituatie kan hij de richtingaanwijzer aanzetten, vaak is de richting waarin de motor staat al voldoen. Op verkeersonveilige situaties moet wellicht gebruik gemaakt worden van alarmverlichting!
• In principe rijd je altijd rechtdoor, of volg je het doorgaand verkeer, totdat aan de zijde van de weg een deelnemer staat, die daarmee de richting van de te volgen route aangeeft.
  Het is dus zaak dat je goed oplet bij kruisingen, verkeerslichten etc.
• Bij kruisingen waar de weg rechtdoor wordt vervolgd, hoeft in voorkomende gevallen dus geen wegwijzer staan, tenzij het een onoverzichtelijke situatie is. De algemene regel: geen wegwijzer, dan de weg rechtdoor vervolgen.
• De wegwijzer blijft net zolang staan totdat de opsluiters arriveren en hem/haar de gelegenheid geven om vóór de opsluiters weer in de groep te voegen. Dit kan in sommige gevallen best wel even duren, dus heb geduld.

Bijzonderheden:

• Bij onoverzichtelijke situaties kan de voorrijder altijd de eerste rijder achter hem ‘wegzetten’. Dit doet hij door met een opgestoken arm aan te geven waar de wegwijzer moet gaan staan.
• Indien er een calamiteiten (pech, o.i.d.) ontstaat, assisteert de voorlaatste rijder de opsluiter bij deze calamiteit.
• Realiseer je goed dat bij een te vroeg vertrek, de rest van de groep kan verdwalen.
  Bij twijfel; liever één keer te veel staan dan niet staan.
• Het systeem valt of staat dus met de discipline van de wegwijzer en is bij juiste uitvoering een makkelijk en veilig systeem van verplaatsen.

Rotondes: vanaf de eerste rit in 2025:

er gaat altijd een wegwijzer staan bij de afslag.

(dus ook bij 2/4 (‘recht door’) gaat er een wegwijzer staan).

Mogelijke plaatsen voor de wegwijzer:

• 1/3 of 1/4: De groep nadert de rotonde met knipperlicht naar rechts, 1^e weg rechts.
• 2/4: De groep nadert de rotonde zonder knippersignaal. 2^e weg rechts, knipperlicht aan.
• 2/3 of 3/4: De groep nadert de rotonde met knipperlicht naar links (het knippersignaal is ter informatie dat we méér dan de helft rond gaan) op de rotonde aangekomen knipperlicht uit. Bij de 3^e weg rechts, knipperlicht aan.
• Rotondes met meer dan 4 afslagen altijd uitvoeren als 2/3 of 3/4.